22 december 2007

Hettema en Klaversma

Mijn moeder heette Hettema en ik ben al een tijdje bezig om die familie in kaart te brengen. Bij geruchte had ik eens gehoord dat de Hettema's innige banden zouden hebben met de familie Klaversma. Beide clans zijn afkomstig uit Goënga (een dorpje onder de rook van Sneek) dus dat kon heel goed.
Mijn voorvader Anne Hettes Hettema is geboren rond 1754 (wanneer precies is onbekend aangezien er een pagina uit het doopboek ontbreekt) en hij overleed in 1818. In 1811 nam hij voor zichzelf en zijn gezin de naam Hettema aan. Meer leden van de familie volgden dat voorbeeld. Alleen broer Sjoerd (geboren in 1766) bleek niet te vinden. Hij heeft geen achternaam Hettema laten registreren bij de ambtenaren van het Empire. En ook is er geen overlijdensakte van hem te vinden.
Mijn eerste gedachte was: zeker buiten de provincie overleden. Weg van de geboortegrond en geen zin om een achternaam te kiezen. Het patroniem Hettes was wel voldoende. Sjoerd Hettes, dus, aangenaam! Net zoals zijn broer jarenlang door het leven ging als Anne Hettes, ook aangenaam.
Bij onderzoek in de notariële akten bleek, dat sommige stukken weiland in bezit waren van mensen met de achternaam Klaversma. Deze gronden grensden precies aan de weilanden die in het bezit waren van de Hettema's. Toeval, denk je eerst nog. Tot er een akte opduikt, waarin nakomelingen van Sjoerd Hettes Klaversma mede-eigenaar zijn van enkele landen in de buurt van het Sneekermeer. Mede-eigenaren met nakomelingen van Anne Hettes Hettema, wel te verstaan. Ik begon al lont te ruiken. En toen duidelijk werd dat beide groepen ook mede-erfgenamen waren, viel het kwartje. Sjoerd Hettes heeft dus de naam Klaversma aangenomen.
Nu nog even op zoek naar die inschrijving, en het succes is compleet. Jammer dan, geen akte te bekennen, Uiteindelijk blijkt, dat Sjoerd is overleden in 1810, een jaar voordat Napoleon de achternamen verplicht stelde. Ik vermoed dat de leden van de familie hun vader hebben horen zeggen dat: a) hij de naam Klaversma zou kiezen als hem dat gevraagd werd, of b) hij beslist niet dezelfde naam als zijn broer zou kiezen.
Welke mogelijkheid het is weet ik niet. Feit is wel, dat beide families bij strikt gescheiden notarissen hun zaakjes lieten regelen. Hetgeen op een mogelijke ruzie duidt. Misschien kom ik daar ooit nog eens achter?

14 december 2007

Tripje naar het hoge noorden

De Spoorwegen hebben eindelijk besloten dat mijn woonplaats Hilversum weer een intercity-status heeft. Wat betekent dat ik in de trein kan zitten om gezwind en zonder lange wachttijden op overstapstations naar het noorden van het land te worden getransporteerd. In dit geval was dat Leeuwarden, een plaats die met slechts één overstapje te Zwolle bereikt kan worden. En dat is zeer aangenaam.
In Tresoar, het archief van de provincie Friesland, moest ik een hele reut notariële aktes, huwelijks bijlagen en dergelijke opzoeken. En meteen op de foto zetten natuurlijk. In een van de akten vond ik een leuke toepassing van een lakzegel, namelijk als paperclip. Twee vellen papier die onlosmakelijk met elkaar aan elkaar zijn bevestigd en het ziet er nog mooi uit ook. Normaliter werden papieren aan elkaar bevestigd met een draadje, een zogeten lias, of met een soort speld. Maar met een forse druppel lak gaat het natuurlijk ook en het ziet er nog bijzonder fraai uit ook, zelfs na bijna 200 jaar. De akte in kwestie is opgemaakt in 1825.

25 november 2007

Onverwachte erfelijkheidsleer

Mijn voorvaderen komen uit Friesland, het dorp Goënga om precies te zijn. Een gebied dat leefde van de veeteelt, zoals bleek uit een inventaris die is opgemaakt in 1841 na het overlijden van mijn overovergrootmoeder. Ik ben die akte nu aan het transcriberen en dat leidt tot allerlei zijsprongetjes in mijn onderzoek.

Zo lees ik, dat er op de boerderij een roodbonte stier (bul) was, die toch gezorgd moest hebben voor zwartbonte kalveren (rieren). Even spitten op internet en het werd me duidelijk dat de kleur van de vacht worden geregeld met dominante en recessieve genen. De wetten van Mendel, dus. De zwartbonte kleur komt van een gen dat Z wordt genoemd, de roodbonte variant is veroorzaakt door een gen z. Elk kalf heeft twee genen die de kleur bepalen, een van de stier en een van de koe. Is de combinatie ZZ, dan is het kalf zwartbont, net zoals wanneer de combinatie Zz of zZ is. Een roodbont kalf heeft de combinatie zz. Deze theorie heb ik ooit op school gehad, met groene en gele erwten, maar de kennis was aardig weggezakt. Dat is dus nu weer gecorrigeerd. Zo zie je maar, je leert er steeds weer wat bij.
Onderstaande schoolplaat laat verschillende kleuren rundvee zien. Ik vond de plaat op internet.

14 oktober 2007

Open dag archieven 13 oktober

Dat was even moeilijk kiezen, gisteren. Diverse archieven deden mee aan de open dag en overal was wel wat bijzonders te zien of beleven. Zo had Tresoar een heuse landmeter uitgenodigd, die met antiek gereedschap het nieuwe plein boven de ondergrondse parkeergarage voor het archief ging opmeten. Het Drents archief pakte uit met een lezing over boerderijen in Drenthe en bij het Nationaal Archief (NA) kreeg je de kans om de depots en het restauratie-atelier te bekijken. Zomaar een greep it wat mogelijkheden, en dan sta je voor de keus. Een moeilijke keus, zeker weten. Uiteindelijk werd het Den Haag, en dan niet het NA maar het Gemeentearchief. In de hoop dat het daar iets minder druk zou zijn en met het voordeel dat de parkeergarage direct onder het stadhuis zit.

Doordat de hal van het stadhuis zo ruim is, viel het met de drukte best wel mee. Er was een standje ingericht voor informatie, boeken en voor aanmelding voor de rondleiding. En dat laatste liep echt storm, op een gegeven moment waren er zelfs drie rondleidingen tegelijk.
We begonnen in het depot, een geconditioneerde ruimte met een constante temperatuur van 16 graden en een dito vochtigheidsgraag van 50 procent. Met een blik op een aantal mooie archiefstukken, zoals een zeer oude almanak.
Verpakt in een speciale houten doos en wachtend om gerestaureerd te worden. Het archief herbergt nog veel meer zaken die hard aan restauratie toe zijn. Het repareren van een enkel boek kan soms wel een maand duren en vandaar dat het archief een interne wachtlijst heeft opgesteld voor de stukken. De materialen die erg waardevol zijn of waarvan de restauratie eigenlijk geen uitstel meer kan velen, komen bovenaan de lijst te staan. Als het gaat om papieren die zeer vaak geraadpleegd worden, denk aan de DTB-boeken, dan wordt meestal gekozen voor een verfilming. De stukken hoeven dan niet meer te voorschijn te worden gehaald, terwijl iedereen ze toch kan zien.










In het restauratie-atelier zagen we een paar voorbeelden die het schrikbeeld van iedere archivaris moeten zijn. Bijvoorbeeld fotonegatieven, waarvan de gelatinelaag is gaan werken. Dat zorgt voor mooie fractal-patronen, dat is waar, maar de negatieven worden er volkomen onbruikbaar door.

Of papieren die een tijdje te lijden hebben gehad onder externe invloeden. Een mooi (nou ja) voorbeeld was een stapel papieren die in een brand heeft gelegen, vermoedelijk in een brandkast, waardoor de temperatuur niet zo hoog werd dat de hele handel in vlammen opging. Maar toch heet genoeg om alle vocht eruit te koken, waardoor de stapel in korte tijd kunstmatig verouderd is. De snippers breken er zomaar van af.

12 oktober 2007

Phaeton, chais en sleed...

Merkwaardige woorden, die ik terugvond in een notariële akte uit 1841. Het ging om de openbare verkoop van de bezittingen van mijn betovergrootouders in Friesland. Zij hadden een boerderij in Goënga (een dorp vlakbij Sneek) en de erfgenamen besloten de inventaris van de boerderij te gelde te maken, om de erfenis eerlijk te kunnen verdelen.
Dat ik die akte vond, was meer een kwestie van geluk dan wijsheid. Het is allemaal te danken aan de mensen van de Leeuwarder Courant die hebben besloten om al hun jaargangen op internet te zetten, met een zoekmogelijkheid op de tekst. Schitterend initiatief, dat blijkt voor mij al. De site gaat officieel pas op 24 oktober online, dus tot die tijd zal ik nog geduld moeten hebben.
Maar nu die merkwaardige namen: het blijkt te gaan om rijtuigen. De chais is natuurlijk niets anders dan een sjees, een tweewielig rijtuigje dat door een paard werd getrokken. Wilde men met meer mensen op reis, dan werd de Phaeton ingespannen. Zie het plaatje, dat ik vond op de website van een Amerikaanse koetsenbouwer. En de sleed? Dat kennen we nu als slee. Het gaat om een arreslee, en naar verluidt schijnt die nog te bestaan. Mijn verre neef Giel is op zoek naar de juiste verblijfplaats van de slee, die pas onlangs weer verkocht schijnt te zijn. Ik ben benieuwd naar zijn bevindingen.

06 oktober 2007

Een schitterend handschrift

Het is een tijdje stil geweest op dit blog, maar dat kwam doordat veel tijd is gaan zitten in de mijlpaal van project Van Papier Naar Digitaal. Het was de bedoeling om het plaatsen van de 100.000ste pagina een speciaal cachet te geven. En dat kostte de nodige tijd, die niet besteed kon worden aan eigen onderzoek.
Bij dat eigen onderzoek stuitte ik gisteren op een fraai stukje handschrift, uit het Oud Rechterlijk archief van Alkmaar. De tekst behelst de verkoop van onroerend goed en is opgeschreven in 1702. De schrijver had een duidelijke eigen stijl, met aparte kenmerken. Bijvoorbeeld de combinatie vr als afkorting voor 'van der'. De meeste auteurs zetten een liggende streep boven een woord om aan te geven dat het om een afkorting gaat. Zo niet deze klerk, die koos voor twee streepjes onder de laatste letter. Dat is lange tijd ook gebruikt in de bekende afkorting No (= numero ofwel nummer).
De akte zelf is op microfiche gezet en ik heb er een foto van gemaakt vanaf het leesapparaat. Kijk zelf maar op bijgaande plaat, die met een linker muisklik vergroot in beeld kan worden gebracht.

05 oktober 2007

Huwelijkse bijlagen niet gevonden

Bij genealogisch onderzoek kun je veel baat hebben bij de bijlagen die mensen moesten afgeven wanneer ze gingen trouwen. Overlijdensaktes van hun ouders of eerdere echtgenoten zijn een mooie bron. Of een certificaat Nationale Militie, waar meestal een signalement van de bruidegom op te vinden is. Of een mooie notariële akte waarin allerlei familiegegevens te vinden zijn.
Op die bijlagen had ik vandaag mijn zinnen gezet. Ik wilde achterhalen wanneer een voormoeder van mij was overleden. Ik had het tijdvak al weten terug te brengen tot "na 1789", het jaar waarin zij bevalt van haar zesde kind en "voor 1821", het jaar waarin haar echtgenoot overlijdt als weduwnaar. Het huwelijk van dochter Aafje, getrouwd in 1816 in het Noord-Hollandse Zwaag, leek de aangewezen weg. Maar wat blijkt? Van Zwaag zijn helemaal geen huwelijkse bijlagen aanwezig uit de periode 1812 tot en met 1889. Alleen het jaar 1811 staat op de microfilm.
Dat was de eerste verrassing, de tweede kwam toen ik de huwelijksakte zelf onder ogen kreeg. Dat document zat dermate vol aanvullende details, dat huwelijkse bijlagen eigenlijk niet nodig waren. En ja, de overlijdensdatum van Aafjes moeder stond er ook in. Het was voor het eerst dat ik dit bij de hand heb gehad en ik vraag me af of het in meer gemeenten zo is gegaan? En wat zou de reden kunnen zijn dat men het mechanisme van de bijlagen niet heeft gebruikt?

04 oktober 2007

PSU avant la lettre

Degenen die in dienst zijn geweest, weten meteen wat er wordt bedoeld met de letters PSU. Het is de afkorting van Persoonlijke Standaard Uitrusting, de spullen die je als militair nodig hebt en die op wonderlijke wijze in één plunjebaal dan wel één kast passen. Voor wie het geloven wil: die kast draagt de naam PSU-kast (sic!). Die kast was voor meerderen een geliefd object om de dienstplichtige eens lekker te grazen te nemen. Werd er bijvoorbeeld een paar korreltjes zand in aangetroffen, dan leidde dat tot volzinnen als "Keijzer, in jouw kast kan men doperwtjes kweken, indien men dat zou willen". De korreltjes zand bleken steevast afkomstig van de hei, waar weer zo nodig "gekampeerd" diende te worden...
In mijn diensttijd kon ik trouwens uit het hoofd opnoemen waaruit de PSU bestond, maar dat terzijde. Ik moest daar weer aan denken toen ik in archief Haarlem toevallig een reeks doodscertificaten van militairen uit de Napoleontische tijd aantrof. De namen zeiden me niets, maar achterop de certificaten stond een gedrukte lijst van artikelen die de militair bij zijn overlijden naliet. Dit geeft een unieke kijk op de "PSU" uit die tijd. Zie de bijgaande foto, genomen vanaf de filmreader, die met een muisklik vergroot kan worden.

03 augustus 2007

Een beetje last van schimmel

Wat doe je, als je achter op de fruitschaal een vruchtje vindt dat aangetast is door schimmel? Weggooien is een optie, maar als het maar een klein beetje is, ben ik geneigd om het aangetaste stuk weg te snijden en de rest gewoon op te eten. Een schijnzekerheid, want de schimmeldraden hebben zich dan al door het hele stuk fruit heen gewrongen. Bij kaas is dat trouwens net zo, zie je een beschimmeld plekje, reken er dan maar op dat de hele homp is aangetast.

En wat doe je als er schimmel wordt aangetroffen in een archief? Dan wordt er niets weggegooid maar zet men alles op alles om de infectie te bestrijden. Hoe lang dat ook duurt. Ik heb er in mijn onderzoek mee te maken gekregen doordat ik een akte opvroeg van een huwelijk dat in 1911 is gesloten in het voormalieg Silezië. De overgrootouders van mijn echtgenote waren de trouwlustigen, vandaar. Alle akten uit de voormalige Ostprovinzen van Duitsland zijn daar weggehaald en verplaatst naar een centrale opslag in Berlijn. Het beheer over de akten (alles bij elkaar zo'n 14 kilometer plankruimte) wordt gevoerd door Standesamt I in Berlijn.

In het depot is vorig jaar een agressieve schimmelvorm geconstateerd, waardoor het hele bezit gedesinfecteerd moest worden. De ambtenaren van het Standesamt mochten al die tijd geen voet over de drempel zetten, uit angst voor besmetting. Alles bij elkaar heeft dit acht maanden in beslag genomen, met als gevolg dat het Stadesamt een achterstand heeft van minimaal acht maanden. Mijn aangevraagde akte zal dus nog enige tijd op zich laten wachten. Maar ach, het document ligt er al 96 jaar, dus een paar maandjes kunnen er ook nog wel bij.

20 juli 2007

Het is vandaag 16 juni 1606

Heden ben ik weer eens naar het archief in Haarlem gegaan (voluit het Noordhollands archief, lokatie Jansstraat) om daar een reeks foto's te maken van documenten uit 1606. Het gaat om de lijsten van deelnemers aan de loterij voor de bouw van het Oudemannenhuis te Haarlem. Via die loterij wisten de bouwmeesters veel geld in te zamelen, zodat de bouw van start kon gaan.

Het gebouw staat er nu nog steeds, alleen is er nu het Frans Hals-museum in gevestigd, zoals op de foto hiernaast te zien is.

Het museum heeft een kleine tentoonstelling aan de loterij gewijd, omdat het ruim 400 jaar geleden is, dat het bouwgeld werd opgehaald. In totaal werd een bedrag van 52.000 gulden opgehaald, een som die nog werd uitgebreid met giften van rijke particulieren. De verkoop van de loten begon in juni en liep door tot oktober/november 1606.

Op een van de bladen stond de datum 16 juni 1606 en dat liet een belletje rinkelen. Het daagde me opeens, dat was net zo'n bijzondere datum als vandaag! Voor wie het nog niet doorheeft: schrijf de datum maar eens op in de vorm DD-MM-JJJJ en doe daarna hetzelfde met de datum van vandaag.

01 juli 2007

De ganzenveer als schrijfinstrument

Zoals diverse mensen al hadden gezien was het kleine voorwerpje dat in het archiefstuk zat inderdaad het versleten puntje van een ganzeveer. Op bijgaande foto is goed te zien dat het puntje aan de linkerkant is afgesleten, waardoor er geen mooie letters meer mee gemaakt konden worden. De schrijver heeft het puntje met zijn pennemes afgesneden, om weer een nieuwe pennekop te kunnen snijden. Dat deed hij door de schacht van de veer schuin af te kappen, de randjes rond te snijden en in het midden van het puntje een inkerving te maken. In die snede vloeide de inkt en dat principe is bij de latere kroontjespen en vulpen overeind gebleven.

Om het wat duidelijker te maken (is niet helemaal gelukt, vrees ik) heb ik een modelletje van zo'n afgesneden pen gemaakt met behulp van Google Sketchup. Dat is een gratis programma waarmee je 3D-voorstellingen snel kunt maken. Tenminste, als je er al een tijdje mee bezig bent en alle trucjes van het programma kent. Bij mij is dat nog niet zo, maar dat zal niet lang duren.
Goed, terug naar de ganzenveer. In de oude boeken wordt er op gehamerd, dat de veer uit de linkervleugel van de vogel getrokken moet worden, het liefst terwijl het dier nog leeft. Dan is de veer nog vers en kan de gans in kwestie nog meer veren produceren. Je moet het maar bedenken.
Waarom nu juist uit de linkervleugel? De veren zijn gekromd en wanneer een veer uit de linkerkant wordt gehaald heeft deze een vorm die makkelijk in de hand ligt voor iemand die rechtshandig is. Vandaar. In oude teksten wordt ook geschreven dat een ganzenveer wel een mooi schrift kan produceren, maar dat degene die echt een stukje kwaliteit wil afleveren, gebruik moet maken van een zwanenveer. Dat lijkt me niet makkelijk, heb je ooit wel eens geprobeerd om een levende zwaan te benaderen, laat staan hem een veer uit te trekken? Ik vraag me af met hoeveel man ze dat vroeger hebben gedaan.
En dan nog de ouderdom van het stukje ganzeveer. Ik heb gezocht op internet en kwam bij Wikipedia de volgende beschrijving tegen:

Voor de ganzenveer werden in de lente de buitenste vijf slagpennen van
levende vogels genomen. Men gaf de voorkeur aan de veren van de linker vleugel,
omdat zij een buiging hebben die voor rechtshandige schrijvers naar buiten, van
de schrijver af, gericht is. Voor men met de veer kon schrijven moest deze op de
juiste wijze bewerkt worden. De veer werd schuin aangesneden en men verwijderde het merg, waarna de veer gehard moest worden.

Daartoe werd de pen zolang in water geweekt tot deze er glanzend wit uitzag. Voor het eigenlijke harden werd het ingeweekte gedeelte in een houder met heet zand van de juiste temperatuur gestoken tot de punt doorschijnend werd. Het zand moest zo heet zijn dat de pen wel siste, maar niet barstte. Tot slot werd de bovenste huidlaag van de pen gekrabd, waarna de pen gesneden kon worden.

De vraag is, hoeveel tijd dit in beslag nam. Maar omdat er staat dat de veren in de lente "geoogst" werden en het document in kwestie na de zomer van 1606 is geschreven, mag ik aannemen dat de veren in de lente van 1606 zijn geplukt.

29 juni 2007

Een tamelijk vreemd voorwerpje

Vandaag was het weer tijd voor een van onze mega-fotosessies, samen met Ineke Smit. Plaats van handeling was het Noordhollands Archief in Haarlem en de lijdende voorwerpen waren enkele volgepakte archiefdozen met documenten uit 1606. De hele bubs moet op de foto en dat heeft inmiddels al zo'n vier persoondagen gekost. Naar verwachting zullen we nog wel een keertje terug moeten om alle papieren te fotograferen.

Tijdens de klus viel er plotseling een vreemd dingetje op de tafel. Ik heb er snel even een foto van gemaakt die ik bij dit berichtje plaats. Maar... de grote vraag is nu, wat dit voor dingetje is en hoe oud het ongeveer kan zijn? Nogmaals, de stapel papieren dateert uit 1606, dus het voorwerpje is minstens 401 jaar oud. Wie het weet, mag het zeggen!! Voor een grotere uitvoering van de foto even op het kleine plaatje klikken met de muis.
Aanvulling 1:
Een tip over de grootte van het dingetje: het zal inderdaad zo'n 7 millimeter lang zijn en circa 4 mm rond. De kreet "Jesses, een stukje teennagel", die naast mij klonk toen ik het voorwerpje ontdekte, bleek geheel onjuist te zijn.

18 juni 2007

Puzzel deels opgelost

Ik heb een gedeeltelijk antwoord op mijn vraag over het bijzondere boek in de schappen van het Noordhollands Archief. Ik ben direct bij de bron te rade gegaan en archivaris Hans van Felius schrijft het volgende:

Vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw maakten de Mormomen (Kerk van
Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen) microfilms van allerlei
genealogische bronnen in Nederland; zo ook van de collectie DTB. Van het boek
Wervershoof 7 (u schrijft 6, maar dat klopt niet)hadden wij geen origineel,
vandaar dat wij een kopie hebben laten maken van de microfilm. Omdat de
microfilms negatief waren is er via het gekozen procedé ook een negatieve print
uit gekomen. Welke apparatuur daarbij gebruikt is kan ik helaas niet meer
achterhalen, maar het is in elk geval een procedé dat vergelijkbaar is met het
ontwikkelen en afdrukken van foto's. Daarna ontstond een generatie
fotokopieerapparaten die ook nog gebruik maakte van een ontwikkelvloeistof,
gevolgd door de latere systemen die gebruik maken van brandtechnieken. Gezien de plaats in de tijd schat ik dat het boek ontstaan is in de eerste helft van de
jaren zestig. Dat is helaas alles wat ik er over kan meedelen.

Met vriendelijke groet

Hans van Felius


Het is dus inderdaad een soort fotopapier. Met welk apparaat het precies is gemaakt zal wel altijd een raadsel blijven. Ik gok op een soort vergrotingskoker, hoewel het wel om een apart model moet gaan. Want een vergroter belicht een negatief op een vel fotopapier, waarna een positief beeld ontstaat. In het geval van het doopboek is dus nog een tweede stap gedaan, waarbij de positieve tussenafdruk via een contactprocédé weer naar negatief is omgezet.
Het blijkt dat ik dermate enthousiast was over de techniek, dat ik het nummer van het boek geheel verkeerd heb genoteerd. Maar ook dat plooitje is nu weer gladgestreken.

14 juni 2007

Werk aan de winkel

Het rooms-katholieke doopboek van Wervershoof dat ik tegenkwam in het archief van Haarlem, bevat 166 bladzijden. Ik heb daar allemaal foto's van gemaakt en ben nu bezig om die opnamen te converteren naar een prettiger leesbaar formaat. De originele opnamen waren in kleur, van een negatief origineel. De eerste stap is dus, om alle opnamen zelf weer negatief te maken zodat een positief beeld ontstaat. (min maal min is plus). Dit kunstje kan een tekenpakket in een fractie van een seconde voor elkaar krijgen. Het resultaat was veel te blauw naar mijn zin, zodat er ook nog een conversie naar grijswaarden diende te volgen. Ook dat heb ik lekker aan mijn grafische software overgelaten. De computer staat dan een kwartiertje behoorlijk te 'stampen'.

Het resultaat is te zien op bijgaande foto. Links de opname van het negatieve origineel, rechts wat er overbleef na de bewerking. Ik ben nog steeds nieuwsgierig naar het apparaat waarmee de kopieën zijn gemaakt. Na even speuren met Google vond ik een website waar de geschiedenis van kantoorapparatuur wordt beschreven. Ik vermoed dat de kopieën zijn gemaakt met behulp van een Photostat-machine. De beschrijving daarvan komt het meest overeen met het resultaat dat ik heb aangetroffen.

12 juni 2007

Een bijzonder boek

Vandaag was ik in archief Haarlem, om weer eens wat DTB-boeken op de foto te zetten. Het archief in de Janskerk had net de officiële opening achter de rug (op 7 juni) en dus kon ik in alle rust mijn werkjes doen. Enige nadeel van het huisvesten van een archief in een oud kerkgebouw is, dat de temperatuur niet altijd even goed geregeld kan worden. Het begon al toen ik binnenkwam en werd begroet door een haast smeltende medewerker die ook last had van de warmte. Maar dit terzijde.

Ik maak trouwens dankbaar gebruik van de nieuwe lampjes die ze op de tafels hebben aangebracht om de te fotograferen boeken uit te lichten. Ga je tussen twee tafels in werken, dan kun je de lampjes van zowel de linker- als de rechtertafel gebruiken. Dat lukt alleen als het rustig is, want bij grote drukte kun je natuurlijk geen twee tafels inpikken.


Ik had al een aantal boeken gedaan, toen mijn oog viel op een boek dat er duidelijk anders uitzag dan de rest. In eerste instantie leek het een fotoalbum en bij nadere beschouwing bleek dat helemaal zo gek nog niet. Het boek bevat een serie prehistorische kopieën van het RK doopboek van Wervershoof. De tekst is op een of andere manier overgebracht op het papier, waarbij een negatief beeld is opgeslagen. Vette zwarte pagina's dus met witte tekst. Ik vond dat boek zo bijzonder, dat ik de plannen die ik had om de boeken van de Beemster te fotograferen maar even in de wacht heb gezet.
Toen de beslissing was genomen om het boek op de foto te zetten kwam probleem twee om de hoek kijken. De bladzijden voelen een beetje aan als perkament en ze hebben een soort glans over zich. Waar het licht van de (spaar)lampjes dus prachtig in weerspiegelt! Ik heb dat opgelost door het licht als een soort strijklicht over de pagina's te laten schijnen. Ik ga de opnamen met de computer weer omklappen (negatief wordt positief) en verbeteren. Op termijn zullen de opnamen te zien zijn op de website Van Papier naar Digitaal.

Blijft nog de vraag met wat voor machine deze kopieën zijn gemaakt en hoe lang geleden dat gebeurd moet zijn. Wie het weet mag het zeggen!

19 mei 2007

Alles bleef bijna hetzelfde (2)

Bij genealogisch onderzoek zit je geregeld in stoffige archieven, of gekluisterd aan het beeldscherm van de computer. Maar er is ook nog zoiets als veldwerk. Afgelopen week ben ik dat gaan doen, samen met mijn verre neef Giel van der Wal. Wij stammen beiden af van Hette Annes, de stamvader van de familie Hettema. Uit onderzoek is ons gebleken waar de boerderij van de Hettema's heeft gestaan, namelijk in het dorp Goënga onder de rook van Sneek.


Bij vergelijking van de kadastrale kaart uit het begin van de 19e eeuw en de luchtfoto zoals die te zien is op Google Earth is te zien dat de topologie van de omgeving vrijwel niet is gewijzigd in de afgelopen 175 jaar. Zelfs de stukken weiland hebben nog steeds dezelfde vorm. Dit is niet alleen opvallend, het is ook zeer handig voor het vinden van oude details. Ik heb hierover een kort verhaal geschreven dat is geplaatst op de website van het dorp Goaiingea (de Friese schrijfwijze van de naam).

13 mei 2007

Het maken van een transcriptie

Transcriptie is het woord voor een document dat ontstaat als je een oude akte overschrijft. Trans betekent over en scriptie betekent schrift. Overschrijven dus. Vroeger gebeurde dat allemaal met de hand, later kwam de schrijfmachine in beeld en tegenwoordig doen we het met de computer. Je kunt het origineel natuurlijk naast je toetsenbord leggen, maar het werkt veel eenvoudiger om het origineel eerst te scannen en dan op het beeldscherm te laten zien.

Toen ik hier net mee begon, had ik daar een ingewikkelde methode voor bedacht. Het gescande document werd weergegeven in een tekenpakket, waarvan het window op 2/3 van het scherm was verkleind. De transcriptie werd gemaakt in Word, waarvan het window was verkleind tot 1/3 van het scherm.

Uiteraard ging dit geregeld mis, omdat het scherm van Word te klein was door alle menu's die bleven staan. Op een gegeven moment wees Richard van Schaik me op het programma Transcript, dat gratis van internet kon worden gehaald. Ik heb de software gedownload en dat veraangenaamde het werken bijzonder. In een venster zie je zowel het gescande origineel als de overgetypte tekst. De verhouding tussen de foto- en tekstruimte kan naadloos worden aangepast en ook kan de scan donkerder of lichter worden gemaakt. Klik op de afbeelding en je ziet een vergrote versie.

Deze week heeft de maker van al dit moois, Jacob Boerema, een nieuwe versie van Transcript beschikbaar gesteld. Het pakket draagt versienummer 2.2 en het is hier te downloaden. Ik kan het iedereen aanraden.

10 mei 2007

Ouwe kranten (1)

Sinds afgelopen dinsdag, 8 mei 2007, heeft Nederland er weer een gratis dagblad bij. Het heet simpelweg "Dag" en hiermee staat de teller nu op vier gratis krantjes per dag. Het wordt 's ochtends een heel geregel voordat ik de trein in kan stappen om naar mijn werk te gaan. Zo moet ik de Spits aanpakken van een vriendelijke meneer en ligt de Metro op me te wachten in een hoge krantenbak. Wil ik vervolgens ook nog een exemplaar van De Pers, dan moet ik diep door de knieën, want hun krantenbak staat op de grond. Het laatste krantje van de vier, Dag, moet uit een stapel die in de hoek op de grond ligt gevist worden. En als het regent zoals vandaag dan is het best even zoeken naar een droog exemplaar.

Zo, dan nog even de krantjes opvouwen en in de tas stoppen en de treinreis kan beginnen. Goed, maar waar blijft nu de genealogische component in dit verhaal? Het is tenslotte een weblog over het zoeken naar de stamboom.

Heel simpel, waar ik in de echte wereld op een gegeven moment genoeg 'ouwe kranten' heb, kunnen het er op internet niet genoeg zijn. De eerste die zijn oude nummers op het web plaatste was De Groene Amsterdammer. Dat voorbeeld werd al snel gevolgd door andere instanties, zoals de Koninklijke Bibliotheek. De leukste site op dit gebied vind ik echter die van Anno, de virtuele leeszaal van de Österreichische Nationalbibliothek. Daar kan een hele serie Duitstalige kranten online bekeken worden. Beslist een bezoekje waard.

02 mei 2007

Uitstapje naar Berlijn (3)

Zo'n tripje naar het buitenland kan onverwachte gevolgen hebben. Het was de bedoeling dat ik nadere gegevens zou opzoeken van voorvaderen die uit Oost-Pruisen afkomstig waren. Maar omdat ik toch in Berlijn was, heb ik ook van de Berlijnse tak wat info proberen te vergaren. Dat lukte daar niet zo goed, maar thuis des te beter.

Wat was het geval: ik had via een Yahoo!-groep het mail-adres van Monika een medespeurder ontdekt, die bij nader inzien in Berlijn bleek te wonen. Het onderwerp van de mailtjes veranderde heel langzaam van Ost-Preussen in Berlin en toen kreeg ik van Monika een echt gouden tip, te weten de website van de bibliotheek in Berlijn, die een groot aantal adresboeken van die stad in gescande vorm aanbiedt.

De boeken beginnen in 1799 en lopen door tot het oorlogsjaar 1943. Wie voorouders uit Berlijn heeft, moet beslist eens op die site gaan kijken.

25 april 2007

Uitstapje naar Berlijn (2)

Zoals beloofd hier het vervolg van mijn Duitse avontuur. Waar je in Nederland af en toe nog moet vragen of je een digitale camera mee naar binnen mag nemen, is het in Berlijn heel eenvoudig. Het antwoord luidt al bij voorbaat "Nein". Eten, drinken, camera's en telefoons mogen niet mee naar binnen, maar worden opgeborgen in de kluisjes. Toevallig hebben die kluisjes in Berlijn precies dezelfde vorm als de kluisjes in het archief in Heusden, maar dit ter zijde.

Toen alles eenmaal was opgeborgen, kon er gezocht gaan worden. Het Evangelisches Zentral Archiv in Berlijn (kortweg EZAB) heeft microfiches van onder anderen de Mormonen over de regio Oost-Pruisen. Zoals dat met microfiches gaat, is de kwaliteit wisselend. Soms moet je echt zitten turen om nog iets te kunnen onderscheiden.

Bij het doopboek van Fischhausen zat ik wel even heel vreemd te kijken. Een mooi boek, daar niet van, maar er stond geen enkele datum in. Alleen een jaartal aan de top van de pagina. Een doopboek zonder data? Het leek me stug en na het doorploegen van een aantal bladzijden begon ik toch een patroon te zien. Wat bleek? Er werd geteld volgens de aloude Christelijke naamgeving van de zondagen in het jaar. Bijvoorbeeld Dom. III p Epi, wat staat voor Dominica III post Epiphania. In gewone taal betekent dat de derde zondag na Epiphanie (Driekoningen). Zo heeft elke zondag in het jaar een eigen benaming. Allemaal leuk en aardig, maar hoe weet je nou welke zondag er wordt bedoeld? Driekoningen valt altijd op dezelfde dag (6 januari), maar er zijn ook wisselende dagen, denk alleen maar aan Pasen. Paaszondag valt elk jaar op een andere datum. Gelukkig is er internet en via de Yahoo!-discussiegroep over Ost-Preussen kreeg ik de URL van een site waar allerlei kalenderberekeningen kunnen worden uitgevoerd. Een perfect stukje gereedschap, vind ik.

24 april 2007

Een gegevensberg mèt index

Vorig jaar heb ik mij de DVD van de NGV aangeschaft, met daarop de 60 jaargangen van het blad Gens Nostra. Het zoekplezier werd een beetje vergald, doordat op de disk geen index-file was opgenomen. Daarom moest voor elke zoekactie de hele serie PDF's worden doorgelopen, een klusje dat al snel een half uurtje in beslag kon nemen. En dan wist je nog niet eens of er inderdaad iets bruikbaars was gevonden. Was dat wel het geval en wilde je het na een paar dagen nog een keertje opzoeken (uiteraard vergeet je op zo'n moment om op te schrijven waar de interessante passage precies stond) dan moest de hele zoekmolen weer gaan draaien.

Niet echt lekker werken dus. Edoch... het loont om af en toe eens op internet te snuffelen, want zo vond ik op het weblog van Gijs Hesselink een link naar een index voor de DVD van de NVG. Een bult van een bestand (98,6 megabyte en dan nog in gezipte vorm ook), maar het werkt wel. Het doorzoeken van alle 60 jaargangen kost nu niet meer dan een minuutje.

23 april 2007

Uitstapje naar Berlijn (1)

We mogen echt heel blij zijn met de archieven in Nederland, die gratis toegankelijk zijn en waar je niet van te voren een plaatsje hoeft te bespreken. Ik praat uit ervaring, aangezien ik net terug ben uit Berlijn. Het stedentripje werd gecombineerd met een bezoek aan het Evangelisches Zentral Archiv Berlin, kortweg EZAB. Dat archief ligt middenin het vroegere Oost-Berlijn en je moet van te voren een plekje aan een leesapparaat reserveren. Op de website van het archief wordt aangeraden om ruim van te voren een aanvraag te doen. Twee of drie maanden is helemaal geen gekke termijn. Ik heb mijn aanvraag voor vorige week (19 april) al ingediend op 29 januari! Bij binnenkomst moet je een uitgebreid formulier ondertekenen evenals een verklaring dat het opzoekwerk louter en alleen voor eigen gebruik is. Daarna moet nog een bedrag van 7 euro entree worden betaald en dan ligt de schatkamer voor je open. DTB-boeken op microfiche van Berlijn/Brandenburg alsmede Oost-Pruisen. Hoe het mij daar verging, daar vertel ik over in een volgend bericht.

09 april 2007

Het grote nut van redundantie (2)

Redundantie, ik schreef het al eerder, maakt het mogelijk om verschillende bronnen als aanvulling op elkaar te gebruiken. Een mooi voorbeeld is mijn onderzoekje naar Adam Klis, de broer van mijn voorvader Abraham Keijzer uit Zaandam. Aangezien Abraham in 1811 een andere achternaam heeft gekozen heet onze familietak dus geen Klis maar Keijzer, maar dat is een heel ander verhaal.
Adam dus. Hij kreeg met zijn echtgenote Aaltje Appel vier kinderen, te weten Jan (1798), Hermina (1800), Saartje (1802) en Lijsbeth (1803). Van de middelste twee heb ik veel gegevens gevonden, Jan en Lijsbeth bleven onbekend. Wel vond ik een inschrijving uit september 1808 in het begraafboek, dat een kind van Adam Klis was overleden. Geen enkele vermelding of het een jongetje of meisje was, dus kon ik niets anders doen dan een aantekening maken van 'een' overlijden.


De inschrijving van het overlijden vond ik een paar jaar geleden en ik moet zeggen dat ik tegenwoordig wat gehaaider ben. Niet meer ophouden bij een raadseltje, maar verder graven. Dus heb ik, toen ik toch weer eens in archief Zaanstad was, ook het impostregister erbij gehaald. Kijken bij september 1808 en ja hoor, het raadseltje is opgelost. Klik op de foto hiernaast om mijn verrassing te delen.

06 april 2007

Wethouder Hekking is in beeld

Vorige week vrijdag, de laatste dag dat het Gemeentearchief in Amsterdam open was, brak je bijna je nek over cameramensen, fotografen en schrijvende pers. En archiefbezoekers natuurlijk, die handig tussen alle obstakels aan het doorlaveren waren. Na een tijdje merk je de camera's niet eens meer, en kan de aandacht helemaal opgaan in het onderzoek.

Vandaag was ik in het archief Zaanstad en daar kreeg ik te horen dat ik mooi op de TV heen en weer had gelopen. "Meteen te herkennen hoor, bekend gezicht", zo luidde het. Dat moest dus in het item over het Gemeentarchief Amsterdam in het RTV-Nieuws zijn geweest. Gelukkig heeft RTV-NH een website waar je uitzendingen die je hebt gemist nog een keer kunt bekijken. Heb ik meteen maar gedaan en ja hoor, ik loop gedurende 2,4 seconden door het beeld. Zie bijgaande foto.

31 maart 2007

Een merkwaardige ondertrouwakte

In het archief van Amsterdam dook ik een ondertrouwinschrijving op uit 1727, om precies te zijn van 16 mei. Het betreft het voorgenomen huwelijk van Lammert (of Lambert) Brinkel met Catrina Pieters. Zoals gebruikelijk hebben beiden een getuige meegenomen. In het geval van Lammert is het zijn moeder, Gerritje Lamberts, terwijl Catrina heeft verklaard dat haar ouders zijn overleden. Daarom is, en nu komt het, haar mottje Marretje Springintveld meegekomen. Ik heb de benaming mottje in het verband van een huwelijk ook aangetroffen op de genealogische site van Louk Lapikas, die het woord heeft voorzien van een vraagteken. De vraag is dus, wat is een mottje? Zogenaamd grappige antwoorden in de richting van een "motje", een gedwongen huwelijk, worden bij voorbaat al met hoongelach ontvangen. Een serieuze verklaring, die zoek ik.

30 maart 2007

Gauw nog eventjes, voor het te laat is....

Wij zijn een volkje dat graag dingen op het laatste nippertje doet, zo blijkt. Vandaag was de voorlopig laatste dag dat er onderzoek kon worden gedaan in de studiezaal van het Gemeentearchief in Amsterdam. Zoals bekend staat er een mega-verhuizing aan te komen naar de Vijzelstraat. Eerst zouden de deuren van de studiezaal al op 22 januari dichtgaan, maar omdat de oplevering van de nieuwe locatie vertraging opleverde werd dat tijdstip een aantal maanden uitgesteld. Waarschijnlijk was de aannemer die de oude lokatie zou restaureren al lang van te voren besteld, want die is nu druk bezig met allerlei hak- breek- en boorwerkzaamheden. Rustig in de archieven zoeken was er vandaag dan ook niet echt bij.

Ik ben toch vandaag even gaan kijken, want het is toch wel bijzonder zo'n laatste dag. Het werd een dagje vol verrassingen. Om te beginnen werd het pand al aan het oog onttrokken door een groot steigerwerk, waar nog net een openingetje was uitgespaard om binnen te kunnen komen. Op de foto hier links zie je nog net een stukje van de monumentale trap. Onder de steigerpijpen door is de ingang.


Surprise nummer twee was, dat bij de balie in de rij moest worden aangesloten, zo druk was het. Hoe druk precies bleek in de studiezaal zelf, waar om 10 over 10 bijna geen ficheleesapparaat meer beschikbaar was. Kortom, het was echt heel erg druk. Van medezoekers hoorde ik dat dit geen verschijnsel van alleen vandaag was, de afgelopen drie weken was het een gekkenhuis. Derde verrassing was de ouderdom van de kaartenbakken. Waar ze vandaan komen weet ik niet, maar ze lijken een eeuw ouder dan de kaartenbakken die eerst op studiezaal stonden. Het is hopelijk tijdelijk, want deze duvelen bijna uit elkaar van ellende. Vierde verrassing, en daar ging het tenslotte toch om, een van de voorvaderen die in andere documenten Hogervoet werd genoemd, heette in de trouwakte uit 1739 plots Hogerwoerd. Weer een raadseltje opgelost.
De deuren van de nieuwe locatie aan de Vijzelstraat gaan weer open op 7 augustus aanstaande en tot die tijd zullen we ons onderzoek in Amsterdam moeten beperken tot de databases die op de website van het archief staan.

22 maart 2007

Serendipiteit

Ook wel omschreven als "vinden zonder te zoeken" of gewoon "toevalstreffers". Het fenomeen treedt op wanneer je plotseling iets ziet of merkt waar je helemaal niet naar aan het zoeken was, maar dat wel zeer interessant is. Het overkwam me vandaag, terwijl ik een jaargang van de krant Het Vaderland aan het doorbladeren was. Op zoek naar een adres van een restaurant. En toen viel mijn oog op bijgaande advertentie, het overlijdensbericht van de schrijver van enkele genealogische standaardwerken. Eerst in Nederland, samen met Mr. Belonje, daarna in Nederland-Indië. In de laatste periode van zijn leven schreef hij een kloeke trilogie, onder de titel Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden betreffende Europeanen op Java. Deel I-III. Batavia, 1935-1938. Antiquarisch gaan deze boeken voor een bedrag van 175,00 euro over de toonbank. De boeken die hij schreef over de genealogische gedenkwaardigheden in de kerken van Nederland zijn verkrijgbaar op CD-Rom, onder andere bij uitgeverij Historic Future, die overigens zijn website heeft gemoderniseerd.

17 maart 2007

Een hoeraatje voor Google

Soms kun je op een onvermoede manier profiteren van Google. Het overkwam me gisteren in het archief in Haarlem. Sinds de verhuizing hebben ze daar problemen met de server die het indexsysteem van bibliotheek herbergt. Het is een systeem van de gemeente Haarlem. waarop Vubis draait. De hardware vertoont al meer dan een week kuren, wat wil zeggen dat je dus vrijwel geen boeken meer kunt opzoeken en aanvragen. Het indexsysteem levert namelijk de code die nodig is om het boek in de stellingen van de bibliotheek te kunnen opzoeken.

Geen computer, dan ook geen boek. Totdat de medewerker van de studiezaal op het lumineuze idee kwam om dan maar even in de bestanden van Google te kijken. Daar zitten nog oude images van de bibliotheekdatabase en met een beetje geluk zit daar ook het codenummer van het boek bij. Zo gezegd zo gedaan. Wat steekwoorden ingegeven en ja hoor, daar kwam de betreffende pagina in beeld, inclusief het nummer van het boek (omcirkeld). Aanvragen dus maar. Toen de timmerman dan ook nog kwam om de vastzittende deur van depot en bibliotheek te repareren (bijna de hele ochtend geen originelen op studiezaal) kon de dag verder niet meer stuk.

16 maart 2007

De dubbele aanpak

Het project van Papier naar Digitaal heeft vandaag weer een impuls gekregen. Een dubbele zelfs omdat zowel Ineke als ik aan de slag waren in het archief in Haarlem. Het is al eens eerder gebeurd dat één archief zuchtte onder twee simultane fotografen, maar nu zijn er voor het eerst onderling foto's gemaakt. Zie het prentje hiernaast dat na aanklikken groter in beeld komt.

De inrichters van het archief in Haarlem moet nog wel iets verzinnen op de belichting, want met de huidige lampen is fotograferen geen pretje. We hebben nooggedwongen ons werkterrein moeten verplaatsen naar de vergaderzaal van het archief, een ruimte met een mooi groot raam, waardoor voldoende daglicht naar binnen valt. Dat type licht zorgt tevens voor foto's met een natuurgetrouwe tint. Fotokopieën worden echt wit in plaats van geel wanneer er kunstlicht wordt gebruikt.

11 maart 2007

Familiedag 2007

Vraag: hoe zorg je ervoor dat je exact op de hoogte bent van de laatste nieuwtjes in de familie? Iedereen bellen is een mogelijkheid, maar je kunt ook de hele bubs bij elkaar proberen te krijgen. Wat vandaag dan ook gebeurd is, met veel succes. Met mogelijkheden om van alle kanten informatie uit te wisselen en om foto's te maken natuurlijk! De neven en ik hebben er stevig op los staan klikken en toen ook de nichtjes een camera in handen kregen was het feest helemaal compleet. Kortom, een welbestede zondag.

Het grote nut van redundantie

Het begrip redundantie wordt gebruikt in de computertechniek, om aan te geven dat van bepaalde gegevens diverse kopieën bestaan. Het kan dan gaan om files die dubbel zijn opgeslagen, maar ook om bits die in een opslagsysteem staan. De wortels van het woord zijn te vinden in de taalwetenschap, zoals blijkt uit Kramers' Kunstwoordentolk uit 1863:




Volgens de makers van het woordenboek heeft het begrip een genatieve lading, er is sprake van overmaat. In de genealogie hebben we gelukkig ook vaak te maken met redundantie, een gebeurtenis wordt op een aantal plekken beschreven. Een mooi voorbeeld vond ik in Weesp in de 18e eeuw. Wanneer in die regio werd getrouwd dan werd dat uitgebreid genoteerd. Niet zomaar een simpele aantekening in het kerkboek, maar een meervoudige vermelding.

Het begint met de ondertrouw, waarvoor Weesp een apart register had. Dit ondertrouwboek voor hervormden (ja, er was er ook een voor mensen met een andere religie) wordt in het archief te Haarlem bewaard onder nummer Weesp 74. Zo'n inschrijving ziet er als volgt uit:


In dit boek worden de zondagse geboden vermeld, waarvan er in de regel drie moesten worden gedaan. Als die procedure achter de rug was, kon er getrouwd worden. In de kerk natuurlijk, alwaar de dominee inschrijving nummer twee voor zijn rekening nam, en wel in het trouwboek van de kerk. Deze inschrijving is wat summierder, met alleen de namen van bruid en bruidegom en de datum van de huwelijkssluiting:

Het hervormde trouwboek is te vinden in het archief in Haarlem in boek Weesp 5. In de meeste andere plaatsen was een dergelijke inschrijving de enige vastlegging van een huwelijk. Je hebt er als genealoog wel wat aan, maar een echte informatierijkdom is het niet. Nee, dan Weesp, waar een huwelijk ook nog voor het gerecht werd gesloten, met een bijbehorende duidelijke inschrijving:
Het ondertrouwboek van het Gerecht is in het archief te vinden in de boeken Weesp 64A en Weesp 64B. Deze akten bevatten ook de handtekeningen van de huwelijkspartners en de getuigen, voor zover deze konden schrijven natuurlijk.

De jonggehuwden woonden in Weesperkarspel, het gebied rondom de stad Weesp, waar men een eigen administratie bijhield. Het gaat om het zogeheten gaardersregister, waarin de impost (= belasting) werd aangetekend. Dat betekent in dit geval dat er nog een vierde vermelding van het huwelijk te vinden is en wel in Boek Weesperkarspel 8B:


Redundantie mag dan volgens sommige literaire critici overbodig zijn, bij genealogisch onderzoek is het een rijke bron om uit te putten.

09 maart 2007

Nieuwe studiezaal in Haarlem

Na geruime tijd wachten was het dan deze week zo ver, de nieuwe studiezaal van het archief in Haarlem opende zijn deuren. Hoog tijd dus om even te kijken, vooral ook omdat mijn onderzoek een nieuwe kant op is gegaan zodat ik de DTB's van Weesp en Weesperkarspel moest raadplegen. En natuurlijk meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om even wat DTB's op de foto te zetten voor het project Van Papier Naar Digitaal. En dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want de lichtcondities in de studiezaal zijn verre van optimaal. In het plafond zijn halogeenspots gemonteerd, die samen zorgen voor een geraffineerd schaduwspel. In de praktijk wil dat zeggen dat je vrijwel op geen enkele manier goede foto's van de documenten kunt maken. Het beklimmen van wat trappen naar de tweede verdieping van de zaal bleek de uitkomst te zijn. Daar is een rustig hoekje, vlak onder de balken, waar je ongestoord en met een zachte verlichting van twee kanten foto's kunt maken. Ik heb me laten vertellen dat de inrichter van de studiezaal binnenkort nog wat komt doen aan de verlichting. Even afwachten dus maar. Vanaf de verdiepingen heb je trouwens een mooi zicht op de infobalie (zie foto).
De studiezaal is gebouwd in de oude Janskerk en dat is best wel even wennen, gelukkig hebben veel mensen de weg naar de Jansstraat al gevonden. Ik zat bijvoorbeeld naast een tweetal onderzoekers die hun ogen zaten te pijnigen op een oud doopboek. Om na een kwartier of zo zachtjes "yes!" te roepen na het vinden van een naam van een voorouder. Kijk, dat geeft de burger weer moed, niet iedereen blijkt te zijn vastgeplakt aan de leunstoel.

04 maart 2007

Alles bleef bijna het zelfde (1)

Genealogie heeft alles te maken met het teruggaan in de tijd. Soms is dat meer dan 400 jaar, andere keren is het veel korter. De laatste tijd ben ik bezig om plekken te bezoeken waar ik al eens eerder ben geweest. Op bijgaande foto (klik er op om hem groter in beeld te krijgen) is te zien hoeveel er in 50 jaar is veranderd. Het plaatje is gemaakt door mijn vader in 1957, het jongetje op de foto ben ik zelf en op de achtergrond is de Zuider Gasfabriek van Amsterdam te zien. Links het theehuis aan de Amstel. De brug over de Amstel was toen net nieuw gebouwd.

Tegenwoordig is er geen grote gashouder meer zichtbaar. Het theehuis (De Mirandapaviljoen) staat er nog wel en ook de brug is nog in volle glorie aanwezig. Het woeste zandlandje van vroeger is nu een min of meer keurig aangelegd parkje dat vol staat met bomen.

26 februari 2007

Handgeschreven tekstkunst

In het Utrechts Archief vond ik documenten over de rechtsgang rondom Sintje Wildschut uit IJsselstein. De inhoud van de manuscripten is van belang, maar ook de vorm. En dan gaat het om het uiterlijk van de tekstblokken op de pagina's. Gebruikers van computers kijken niet meer op van de grappen die je met zo'n apparaat kan uithalen, bijvoorbeeld de tekst:

Nu
is het
dank zij
het vermogen
van de computer
mogelijk om teksten
in een grafische vorm te
zetten, zoals deze driehoek.

Echt iets uit de moderne tijd, een tekst die aan de linkerkant schuin loopt, maar aan de rechterzijde een keurige rechte kantlijn heeft. Moderne tijd? Zo'n 240 jaar geleden deden ze dat ook al hoor. De vraag die me bezighoudt is, waarom ze dat zo deden. Ik kan wel bedenken hoe de teksten tot stand kwamen, namelijk door een lineaal of een plankje schuin op de bladzijde te leggen en van daar af te schrijven. Op de foto hier links (die na aanklikken groter in beeld komt) zie je wat ik bedoel. Ik hoor graag wat de reden van deze layout-vorm is. Misschien diende het om aan te gevan dat het een officieel document was. Het lijkt niet aannemelijk dat het puur ging om een verfraaiing van de tekst.

17 februari 2007

Een wonderlijke tunnel

Hoe bouw je een tunnel, bijvoorbeeld onder het Kanaal? Simpel, je neemt twee tunnelboorders en laat die door de zeebodem naar elkaar toe boren. Als ze elkaar ontmoeten sluiten de helften van de tunnel precies op elkaar aan. Dit verhaaltje is wel waar, maar veel te simpel. Voor het zover was dat de werkers elkaar van twee kanten konden benaderen moest er eerst een gigantische hoeveelheid rekenwerk worden verricht. Rekenwerk aan de hand van haast continue metingen.

Allemaal prachtig natuurlijk, maar wat heeft dat met genealogie te maken? Stel je voor, iemand is druk bezig met het napluizen van zijn voorouders en komt daarbij van alles te weten. Bijvoorbeeld dat een van de familieleden, Saintje Wiltschut, in 1766 is bevallen van een onecht kind, dat later verwekt blijkt te zijn door haar stiefvader Hendrik Trant. Foute boel dus, temeer daar ze de schuld op Cornelis Trant, de broer van stiefvader, hebben willen schuiven. Deze holde direct naar de notaris en liet een akte opmaken waarin hij alles in alle toonaarden ontkende. Gevolg: het meisje en de stiefvader werden voor de rechtbank gesleept en werden voor straf verbannen. Hun hele leven lang mochten ze niet meer in IJsselstein of de omliggende Baronie komen.

Iemand anders (ik, dus) doet onderzoek naar het voorgeslacht van zijn kinderen en komt in de kwartierstaat van zijn echtgenote een vrouw tegen die in Weesperkasrspel getrouwd is, maar daar niet is geboren. Als plaats van herkomst wordt Jutfaas opgegeven. Een dikke speurtocht door de archieven volgt, maar in heel Jutfaas geen Sintje Wildschut te vinden. Uiteindelijk is ze wel op te sporen, en wel in het naburige IJsselstein. De vondst wordt keurig genoteerd, het voorgeslacht wordt erbij gezocht en genoteerd en dat is het.

Is er al een tunnel? Nee, nog niet helemaal. De zaak komt pas weer in beweging nadat in de nieuwsgroep soc.genealogy.benelux een vraag wordt gesteld door Arie Bos, die graag een kopietje wil hebben van een artikel uit het tijdschrift van de Historische Vereniging Vleuten-De Meern. Dat krijgt hij niet, wel een URL waar het blad in full-text te zien is. Het blijkt te gaan om de website van de bieb van Universiteit Utrecht waar ze niet alleen dat tijdschrift hebben maar nog een heleboel meer. Afijn, om een lang verhaal niet onnodig te rekken: ik ga naar die website en typ om het te proberen de naam Wildschut in. Wat denk je: er komt een compleet verhaal over de lotgevallen van Sintje Wildschut te voorschijn. Bang! De twee helften van de tunnel sluiten naadloos op elkaar aan. Het enige wat ik nu nog hoef te doen is, alle betreffende documenten in origineel raadplegen.

11 januari 2007

Een prachtig begin van het jaar

De teller van het aantal gefotografeerde pagina's op het project Van Papier Naar Digitaal (kortweg VPND) heeft de 60.000 inmiddels overschreden. Denk je eens in, tienduizenden pagina's uit doop-, trouw- en begraafboeken uit het hele land die via internet te bekijken zijn. een archivaris vroeg me laatst wanneer het project "af" zou zijn. Met andere woorden op welk moment zijn alle pagina's die de archieven in bezit hebben gefotografeerd?

Ik moest het antwoord op die vraag schuldig blijven en ik denk ook niet dat er een zinvol antwoord mogelijk is. Alle kleine beetjes helpen en ach, misschien is het wel een aansporing om zelf een archief eens in te duiken, toch?
Klik met de muis op de afbeelding hiernaast voor een grotere versie.